Dit boek voegt een aantal goede dingen die al bekend waren samen. De statistieken uit fundamental chess endings (Muller en lamprecht) worden gebruikt om duidelijk te maken welke eindspelen veel voorkomen en welke eindspelen (relatief) zeldzaam zijn. Aan de eindspelen die veel voorkomen wordt veel aandacht besteed. De invulling wordt gegeven door partijfragmenten van wereldtoppers te laten zien met enige analyse.
Het gaat hier dus niet om elementaire eindspelen noch om theoretische studies maar om praktische zaken die veel voorkomen op hoog niveau. Het boek is ongeschikt voor schakers die moeite hebben met een eindspel van koning + toren + pion vs koning + toren. Spelers boven dat niveau kunnen hier veel opsteken uit dit boek. Aardig is dat Flear de gegevens uit de eindspeldatabase van Karsten Muller vergelijkt met zijn eigen verzameling (dertig jaar topschaak) zodat je kunt zien hoe vaak bepaalde eindspelen in de praktijk voorkomen. De ondertitel van het boek "The definitive guide to endgames that realy matter" doet wat pretentieus aan maar geeft wel aan met welke instelling dit boek is geschreven.
Everyman Chess 544 pagina's
